de eerste Molukse Nederlanders in Noord – Canon van Noord (2024)

Vorige

Volgende

1948

Onderwerp

Familiegeschiedenis

Periode

Eerste helft 20e eeuw

Hoofdlijn

Immigratie

Ingebracht door

Wilma Meiners

De familie Tutuarima-Dekker: de eerste Molukse Nederlanders in Noord

Door hun haar- en huidskleur zullen de vijf kinderen Tutuarima in 1948 bij hun komst in Amsterdam zeker zijn opgevallen. Toch ondervonden ze bij hun integratie op de Buiksloterdijk en op school in Amsterdam-Noord nauwelijks weerstand. Hun ervaringen verschillen sterk van de gezinnen van de Molukse KNIL-militairen die in 1951 in Nederland aankwamen. Hoe kan dat?

Meer weten klik hier

(Op de foto de families Von Glahn en Tutuarima in de tuin van Buiksloterdijk 224. Achter: Wijnand, Anneke en Tilly (Mathilde) Tutuarima, Go von Glahn (dochter) , Antje von Glahn-Mulder (moeder) met Elisabeth op de arm. Midden: Clasina en Weinand Tutuarima; Go Wijnands-von Glahn (zus van George), George von Glahn (vader van Go), opa Mulder (vader van Antje). Voor: Chris Tutuarima.)

Dochters Tilly (1932) en Anneke (1940) herinneren zich dat ze op het Rokin in de binnenstad van Amsterdam weleens door schoffies met ‘pinda, pinda, lekker, lekker’ nageroepen werden. Maar als ze dat negeerden, bleef het daarbij. Op school in Amsterdam-Noord hadden ze geen andere wen-tijd dan andere kinderen na een verhuizing. Misschien was er aanvankelijk alleen een achterstand bij rekenen. Toen vader Tutuarima toen in de Buiksloterkerk de zieke dominee verving, kregen ze inwoning bij de familie Von Glahn op Buiksloterdijk 224. Toen hij later predikant van dezelfde gemeente werd, verhuisden ze naar de pastorie dichter bij de kerk. Naar hun gevoel verliep de integratie in Nederland bijna rimpelloos.

Volgens Tilly was de vernederlandsing namelijk al bij de opvoeding van haar vader begonnen. ‘Mijn vader werd als 6-jarige jongen van zijn ouders gescheiden en onder de hoede genomen door een oom van moederskant, M. Latumaerissa, regent te Paperu op Saparoea, een eiland ten oosten van Ambon. Daar kreeg hij samen met zijn neefjes les op de Europese school. Hij kreeg daarna op Java een goede baan bij de Spoorwegen waar hij toezichthouder werd op onder andere het traject Soerabaja – Batavia (een rit van 12 uur).

Ds. Kraayer van Aelst zag het talent van mijn vader en raadde hem aan de opleiding tot prediker in Nederland te gaan volgen. Waarschijnlijk kreeg hij daarvoor een stipendium. Van 1925-1931 studeerde hij zes jaar aan de Zendelingenschool (een internaat) in Oegstgeest, waar hij een medische en theologische opleiding kreeg om daarna predikant in Indië te worden.

Hij trouwde in 1931 na zijn diplomering met mijn moeder, de Amsterdamse Dirkje Clasina Dekker die hij bij een zendingsbijeenkomst in Ermelo had ontmoet (en die hij ‘Tilly’ noemde, naar zijn moeder die op dezelfde datum jarig was). Tijdens hun driejarige verlovingstijd leerde hij haar Maleis. Elke keer dat ze elkaar zagen deden ze eerst minstens een uur taalles.

In 1931 gingen ze samen naar Indië, waar hij zijn eerste gemeente in Amahei (Ceram) diende. Vervolgens werd hij overgeplaatst naar Ambon, waar hij werd benoemd tot directeur van de Stovil (School tot opleiding voor Indische leraar). Mijn moeder nam de leiding van het internaat op zich. Ik werd verzorgd door de Maleissprekende nanny Esther, een nicht van mijn vader die bij ons inwoonde toen bleek dat ik te veel dreigde te ‘verindischen’. We gingen nooit naar inlandse scholen (waar onderwijs in het Maleis werd gegeven). Tijdens de oorlogsjaren waren de Nederlandse scholen gesloten en kreeg ik les van mijn moeder of van een Nederlandse juf. Daardoor was onze schoolloopbaan niet zonder hobbels.

de eerste Molukse Nederlanders in Noord – Canon van Noord (2)

Voor mij was Nederland toen ik in 1947 aankwam, ook niet geheel vreemd, want toen ik vijf was, ben ik (in 1937/38) samen met mijn ouders en mijn jongere broertje Wijnand (1936) drie maanden op verlof in Nederland geweest. Voor die gelegenheid was er een Nederlandssprekende nanny aangetrokken die met ons meeging. We woonden toen bij oma van moeders kant in de Valeriusstraat. Ik herinner me alles nog heel duidelijk. Hoewel we een half jaar verlof hadden, gingen we eerder terug. Door de opmars van de Nazi’s in Europa was Ned. Indië volgens mijn vader toen een veiliger plek dan Nederland. Dat bleek anders te lopen.”

(Op de foto: Vertrek van de familie Tutuarima en Thiede (Indisch predikant). 2e van links: W.M. Tutuarima sr.; 3e van links: Mevr. D. Tutuarima-Dekker; 4e van links: Wijnand Tutuarima jr.; 5e van links: Tilly Tutuarima, op de arm van Mely (nanny).)

De Japanse bezetting (9 september 1941) vond plaats toen ds. Tutuarima met zijn gezin al naar Java was vertrokken wegens ziekte verlof. Het gezin vond een huis in de nederzetting Depok, tussen Batavia en Buitenzorg. Dat was een voormalige plantage die door de Nederlandse eigenaar, de ex-VOC-officier Cornelis Chastelein, bij testament al in 1712 werd overgedragen aan zijn slaafgemaakten die toen tevens hun vrijheid kregen, onafhankelijk van welke religie ze aanhingen. Het werd een inlandse, vrijwel geheel christelijke enclave in een verder dominant islamitische omgeving. Men zei wel dat de inlandse naam Depok ‘De Eerste Protestantse Organisatie van Christenen’ betekende.

de eerste Molukse Nederlanders in Noord – Canon van Noord (3)

de eerste Molukse Nederlanders in Noord – Canon van Noord (4)

de eerste Molukse Nederlanders in Noord – Canon van Noord (5)

Doordat Tutuarima een Ambonese naam is, werd de predikant door de Japanners niet geïnterneerd en zijn blanke vrouw en de kinderen werden ook met rust gelaten. Ze ontvingen veel steun van de bewoners van het dorp. De Japanse tijd werd niettemin voor allen heel zwaar door een toenemend gebrek aan voedsel. Toen in augustus 1945 Ned. Indië door geallieerde troepen werd bevrijd, riepen de Nationalisten enkele dagen later de onafhankelijkheid uit. De beruchte Bersiap-periode volgde.

Het in de ogen van de nationalisten met Nederland heulende Depok werd aangevallen. Er volgde een massaslachting en de woningen werden in brand gestoken. Wie dat nog kon, vluchtte de bossen in. Ook het gezin Tutuarima wist zo te ontkomen en vond daarna bescherming bij de Gurkhas, het Nepalese elitecorps van het Britse leger. Het was duidelijk dat ze zo snel mogelijk uit Indië weg moesten. Ze konden tijdig inschepen en gingen voorgoed naar Nederland. Waarschijnlijk waren het vooral Nederlandse ambtenaren en hun gezinnen die op die boot terugkeerden.

Zo kwam het gezin eind 1947 in Nederland aan. Ds. Tutuarima kreeg al snel werk als vervanger in Buiksloot en niet lang daarna als de vaste predikant. “Het salaris van een dominee in zo’n kleine gemeente was onvoldoende, maar het werd enigszins aangevuld door de pensioenjaren die mijn vader in Nederland had opgebouwd als ambtenaar; de predikers en predikanten waren namelijk rijksambtenaren.”

de eerste Molukse Nederlanders in Noord – Canon van Noord (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Nathanael Baumbach

Last Updated:

Views: 5575

Rating: 4.4 / 5 (55 voted)

Reviews: 94% of readers found this page helpful

Author information

Name: Nathanael Baumbach

Birthday: 1998-12-02

Address: Apt. 829 751 Glover View, West Orlando, IN 22436

Phone: +901025288581

Job: Internal IT Coordinator

Hobby: Gunsmithing, Motor sports, Flying, Skiing, Hooping, Lego building, Ice skating

Introduction: My name is Nathanael Baumbach, I am a fantastic, nice, victorious, brave, healthy, cute, glorious person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.